Omschrijving
De Helpmancentrale heeft tot 1982 dienst gedaan als elektriciteitscentrale. De oorsprong van het gebouw gaat terug tot 1931. Het is een van de eerste grote elektriciteitscentrales in Nederland. Samen met de enorme schaal van het gebouw en de imponerende centrale hal, maakt dat de Helpmancentrale tot industrieel erfgoed.
Opdracht
De centrale ligt aan de rand van het Europark. Een gebied dat de gemeente wil transformeren tot een stadsdeel met een mix van wonen, werken en ontspanning.
Het monumentale karakter van de Helpmancentrale was aanleiding voor een onderzoek naar de mogelijkheden tot herontwikkeling en herbestemming. Men zou de centrale kunnen vergelijken met de Tate Gallery in London omdat deze ongeveer dezelfde beukmaten heeft. De Helpmancentrale werd echter niet omgevormd tot een museum, maar tot een mediagebouw: de Mediacentrale, een verzamelgebouw ten behoeve van media gerelateerde bedrijven. RTV Noord bijvoorbeeld, is een belangrijke gebruiker.
Oplossing
Kenmerkend voor de Helpmancentrale is het 22 meter hoge middenschip, de oude turbinehal, met zijbeuken waarvan de hoogte varieert tussen 10 en 14 meter. De doorsnede van het gebouw is daardoor vergelijkbaar met die van een kathedraal.
Het geheel wordt gedragen door een staalconstructie, waarvan de enorme samengestelde kolommen, deels met klinknagels, het meest in het oog springen. De bestaande constructie had voldoende reserves om belast te worden met twee tot drie vloeren. Om in de zijbeuken vloervelden te maken, zijn aan de bestaande staalconstructie nieuwe stalen liggers bevestigd, die deels boven de hal uitkragen. Hierop zijn staalplaat-betonvloeren aangebracht.
Aan het einde van de hoge hal zijn acht verdiepingen gerealiseerd, eveneens geheel geconstrueerd in staal, in combinatie met kanaalplaatvloeren. Ze zijn gefundeerd op twee immense funderingsblokken, waarop ooit de turbines rustten. Om de belasting op de fundering te spreiden, zijn de kolommen onderin gesplitst in een soort vorkconstructie.
De toegevoegde materialen aan het gebouw zijn eenduidig en terughoudend van karakter. Constructieve toevoegingen als stalen balken en staalplaat-betonvloeren sluiten aan op het bestaande, en zijn zichtbaar aanwezig. Bestaande en nieuwe constructieonderdelen zijn geschilderd in de oorspronkelijke industriële grijsgroene kleur, en waar nodig voorzien van een brandwerende coating. Daarnaast bepalen glas, aluminium, en de in het zicht gelaten installaties het beeld. Het basale en het industriële karakter van het gebouw wordt hiermee benadrukt.